Startpagina

maandag, maart 12, 2007

The city that never sleeps - toch eerst Newark, New Jersey

Een steeds populairder aanvliegroute naar NYC is Newark, New Jersey, omdat het vliegveld kleiner is dan JFK, waardoor de douaneformaliteiten enzo wat sneller gaan.

Ook heel mooi is de gigantische glazen wand waardoor je uitzicht hebt op de havens van Newark en New York City (bv op het Vrijheidsbeeld) en je in de verte Manhattan kunt zien liggen met tegenwoordig als enige grote blikvanger het Empire State Building. De Twin Towers zijn weg zoals een ieder weet. Met koud, helder weer met een lekker zonnetje was het uitzicht echt perfect.

Natuurlijk komt mijn koffer weer als laatste terwijl ik toch zo'n eerlijk gezicht heb. Op naar de Airtrain (verbindt alle terminals en parkeerplaatsen met elkaar) die je naar het dichtsbijzijnde station brengt vanwaar je richting NYC kunt reizen. De koffers waren nog niet zwaar, dus huppekee.

Na een tijdje kijken naar de Jersey Turnpike en de maffe Fransen op het perron, kwam er een typische forensentrein aangereden, grappig uit oude tijden, leren bekleding en met zijn drieen naast elkaar. Het verbaasde mijn eega niet dat ik al snel in gesprek raakte, ach ja. De couleur locale opsnuiven is toch wel een van de doelen van zo'n citytrip.

Na wat haltes hadden we de afstand van zo'n 35 km overbrugd en stonden we op Penn(sylvania) Station, onder de grond, West 34th Street, Midtown Manhattan. Een centrale plek naast de Madison Square Gardens en op loopafstand van het hotel. Wat een donker hol, al die sporen.

Tja, ik was weer thuis, je snuift de geuren en je ziet de mensen..........

Geen opmerkingen: